Het geslacht Lock
Lucq, Luc, Luck, Luk, Locq, Lock, Lok, Luijck, van der Luck, van der Luijck.
VII.6 Johannes Johannesse Luck
Johannes Johannesse Luck werd op 31 oktober 1700 te Monster gedoopt, als zoon van Johannes Rochusse Luck en Anna Spronsen (="Annetje Amsems van Spronsen). Hij trouwde op 4 mei 1727 met Leentje Opstal, van Maasland, dochter van Arij Willemse Opstal en Annetje Arents van der Graaf. Uit dit huwelijk werden 5 kinderen geboren en te Monster gedoopt.Een tweede huwelijk sloot hij met Johanna Roos, over wie we de mededeling vonden, dat zij augustus 1749 met 4 andere personen "ter requisitie van Geertruij Jansse huijsvrouw van Willem Schimmel woonende tot Aarnhem" voor schepenen van Monster compareerde. De genoemde Geertruij Jansse was op 11 juli 1749 in de omgeving van de Monsterse korenmolen door haar eigen man op meer dan ergerlijke manier met een rotting afgeranseld. De te hulp geroepen chirurgijn verklaarde "dat hij haar heeft adergelaten en haar Linker arm gevisiteert welke van de schouder aff tot den elleboog toe bond paars en blauw was geslagen en seer dick opgeswollen". Johanna Roos getuige uit de mond van de requirante vernomen te hebben, dat deze door haar eigen man mishandeld was, maar ook, "dat zij getuige sulks ook uijt de mond van de voors Willem Schimmel selfs gehoord heeft als dewelke bekende dat hij zijn vrouw soo erbarmelijk geslaagen hadde biddende op sijn knieën om vergiffenis. De andere getuigen verklaarden evenzo (194). Op 13 april 1751 compareerden Jan Jansz Luck en Johanna Roos voor schepenen van Monster voor wie zij een testament vaststelden, waaruit blijkt, dat de kinderen van Jan Jansz Luck allen kinderloos overleden waren (195). Op 19 mei 1732 compareerde voor Pieter van Bremen en Nicolaas Zijtrechtop, schepenen van Monster, Johannes Johannesse Luck en verklaarde schuldig te zijn aan zijn tante Pieterje Cornelis Hogerboort, weduwe van wijlen Arij Rochusse Luck de som van 500 gulden, "spruijtende uijt zaake van resterende Cooppenningen van een huijsinge nede Erve", dat op dezelfde 19e mei 1732 door Pietertje Cornelis Hogerboort aan Johannes Johannesse Luck getransporteerd werd. De som van 500 gulden moest na het overlijden van de verkoopster betaald en uitgekeerd worden aan de erfgenamen. Hij beloofde aan rente te betalen "drie gulden vant hondert", de eerste maal op 1 mei 1733. Aan de kant van de obligatie stond het volgende: De secretaris van Monster, W. Vroom, verklaart op 8 december 1733, dat hij op de rugzijde van de obligatie gezien heeft, dat Johannes Johannesse Luck op 12 april 1733 zijn gehele schuld plus de rente betaald heeft (196). Om dit zo vlot te kunnen bewerkstelligen, heeft hij waarschijnlijk gebruik kunnen maken van de hulp van zijn schoonmoeder. Op 19 januari 1734 erkende Jan Jansz Luck wonende binnen Monster een schuld van 700 gulden tegenover Annetje Arents van der Greef, weduwe van Arij Opstal, "sijn comparants schoonmoeder" (197). Op gevorderde leeftijd ging het financieel niet bijster goed met Jan Jansz Luck. Tot tweemaal tot wendde hij zich tot Arij Hodenpijl "woonende tot ’s-Gravenzande" en leende van de laatste 400 gulden op 8 september 1762 en 300 gulden op 9 augustus 1764 (198, 199). Hij beloofde een rente te betalen van 4 ten honderd en jaarlijks minstens 15 gulden af te lossen. Verliep de aflossing volgens afspraak dan zou de hoofdsom binnen de 10 jaar niet opgeeist mogen worden. Voor behoorlijke garantie stelde hij ter beschikking zijn huis, erf en lijnbaan, zijn eigen persoon en verder al zijn goederen. De diaconie-armmeesters van Monster gingen hem later alimenteren waar tegenover hij zijn huis aan diaconie afstond. Op 12 augustus 1774, enige tijd na het overlijden van Jan Jansz werd dit huis in het openbaar voor 800 gulden verkocht aan Arij de Cocq (199). Kinderen eerste huwelijk: |
||
1 |
Arij, gedoopt 23 januari 1729 te Monster |
|
2 |
Arij, gedoopt 14 januari 1731 te Monster |
|
3 |
Johannes, gedoopt 10 april 1735 te Monster |
|
4 |
Anna, gedoopt 23 december 1736 te Monster |